zondag 27 mei 2018

Achterstallig



Het zijn van die dingen die misschien wel moeten gebeuren, een keer, maar niet op dit moment. Gewoon omdat we er geen zin in hebben, geen tijd voor hebben, het niet op ons ‘lijstje’ terecht is gekomen, het nu niet zo belangrijk is; de realiteit is dat we het nu niet doen.
En na een poosje ~ soms maanden, maar dat kan zomaar uitlopen tot jaren ~ ontstaat er een lijstje met ‘achterstallige zaken’. Zoals de tuin die nu langzamerhand zo’n beetje helemaal is dichtgegroeid. Of de terrastegels die door de jaren heen schots en scheef zijn komen te liggen. Of mijn persoonlijke favoriet, ramen wassen en de lichtkoepel van alle groene aanslag ontdoen.

Het zijn allemaal klussen die op zich niet vreselijk belangrijk zijn. Het leven gaat gewoon door, ook wanneer je ze niet aanpakt. Aan de andere kant is het wel zo dat wanneer je dan eindelijk de ramen lapt, of in de tuin gaat snoeien, dan heb je ook onmiddellijk eer van je werk. Het resultaat is meteen zichtbaar!
En dan vraag ik me altijd af waarom ik die klusjes niet bijhoud? Hoe komt het toch dat ze iedere keer weer bij de achterstallige zaken belanden?

Een deel van de reden ligt op het punt van prioriteiten. We hebben allemaal zo onze eigen prioriteiten. Dat wat we werkelijk belangrijk vinden. Dat wat onze kwaliteit van leven werkelijk aantast ~ in ieder geval voor ons gevoel ~ en daarmee dus iets wat we bijhouden. Waar we zorg voor dragen dat het op tijd gedaan wordt.
De keerzijde daarvan is dat er ook dingen zijn die ons niet zo boeien; die geen grote invloed op ons leven lijken te hebben of we ze nou wel of niet doen…

En toch heeft dat lijstje met ‘achterstallige zaken’ ons best veel te vertellen.
Want als het voor ons niet belangrijk is om de tuin te onderhouden en dan de tuin helemaal dicht te zien groeien, hoe belangrijk is het dan om onze eigen energie de ruimte te (blijven) geven? Laten we onze eigen ruimte ~ of misschien belangrijker, onze tijd ~ ook helemaal dichtgroeien? Tot het punt dat er voor ons geen doorkomen meer aan is?
Als we vinden dat we best kunnen leven met de tegels die schots en scheef liggen, leven we dan ook op een fundament dat schots en scheef ligt?
En met het ramen wassen… Als we niet meer scherp van binnen naar buiten kunnen kijken ~ en vice versa ~ zijn we ons dan nog werkelijk bewust van wat zich om ons heen afspeelt? Of hebben we dat eigenlijk een beetje weggeduwd?

En dan blijkt dat het soms een heel goed idee is om te kijken naar wat er voor ons ‘achterstallig’ is. Welke klussen steevast blijven liggen en hoe die zich verhouden tot de manier waarop wij ons persoonlijke ~ innerlijke ~ pad bewandelen.


vrijdag 25 mei 2018

Verwachtingen



We hoeven maar naar de weersverwachting te kijken om te zien dat wat we verwachten niet altijd ook precies zo gebeurd. Het weer wordt warmer, of juist kouder, dat zomerbriesje blijkt een nare koude wind te worden; of ‘het blijft zeker weten de rest van de week droog’ dat diezelfde dag nog teniet wordt gedaan door een fikse plensbui…
En eerlijk is eerlijk, dat nemen we voor lief ~ wanneer het de weersverwachting betreft.

Met verwachtingen die we hebben voor onszelf, ons gezin, de verwachtingen die we hebben met betrekking tot partners, vrienden, kennissen en ons leven in het algemeen ~ die staan voor ons gevoel eigenlijk wel vast. We nemen heel graag en gemakkelijk aan dat de dingen gaan gebeuren zoals wij verwachten dat ze plaatsvinden. En wanneer het niet zo verloopt als wij verwachten, zijn we vaak diep teleurgesteld.

Soms is het zo dat we weliswaar verwachten dat die ander iets voor ons zal doen, maar we vergeten het daadwerkelijk te vragen. Dan kan het gebeuren dat je partner thuiskomt met een bos bloemen in plaats van met twee pizza’s…

Of we verwachten dat we die promotie in onze zak hebben ~ we hebben er immers alles aan gedaan; een opleiding in de avonduren, overwerk etc. ~ en dan wordt die positie aan een jongere, relatief nieuwe collega toegekend.
Met zo’n verwachting die zich niet manifesteert betekent het vaak niet dat we niet goed zijn in ons werk, maar is misschien wel een seintje dat het tijd wordt om een andere richting in te slaan. Dat het tijd is om iets anders te gaan doen; of de dingen waar we al mee bezig zijn op een andere manier te gaan doen.

En dan zijn er verwachtingen die niet plaatsvinden omdat er iets volkomen onverwachts tussendoor komt wat in het moment een hogere prioriteit heeft.

Eigenlijk zouden we al onze verwachtingen vanuit hetzelfde relaxte perspectief moeten bekijken als de weersverwachting: ‘Het kan goed zijn dat dit gebeurt, maar het kan best veranderen…’
Want op die manier staan we open voor wat er op dat moment aan de hand is en raken we niet hevig teleurgesteld als iets anders uitpakt dan we hadden verwacht. Het maakt het gemakkelijker om het leven te zien als een stroom van gebeurtenissen; een stroom van energie, waarbinnen dingen plaatsvinden op hun eigen tijd en bovendien de mogelijkheid hebben om beter, groter, mooier uit te pakken dan we ooit hadden kunnen dromen…

Een beetje zoals die perfecte zonnige dag, terwijl de weersverwachting alleen maar regen had voorspeld.


Dag winter, hallo lente!



Heb je het gevoeld, gemerkt of geroken? De temperatuur is een beetje hoger, de zon schijnt een beetje anders. Zelfs geluiden klinken anders dan nog maar een week geleden. De dagen zijn alweer veel langer… Allemaal  seintjes dat de energie is veranderd. Dat we de winter aan het loslaten zijn en ons voorbereiden op de lente. En dat doen wij niet alleen, in zekere zin volgen we de natuur daarin.

Met die verandering in energie nemen we afscheid van de winter en dus ook van de periode waarin we plannen hebben gemaakt voor wat we dit jaar ~ deze cyclus van de seizoenen ~ willen gaan doen. Wat we dit jaar willen bereiken. Misschien is dat persoonlijk, zoals een gezondere manier van leven, onze patronen aanpassen aan wat nu voor ons werkt. Het kan zijn dat we er opeens achter komen dat een houding die we al heel lang hebben ~ over iets, of zelfs een lichaamshouding (…) ~ ons niet (meer) helpen op ons levenspad; en plotseling hebben we de motivatie en de kracht om dit te veranderen.
Maar in de winter doen we dan nog niet altijd. We voelen, we denken, we plannen. We bouwen een structuur waarbinnen we die veranderingen kunnen laten plaatsvinden; waarbinnen we ons doel kunnen bereiken.

Dan is er plotseling die omslag in de energie die het begin van de lente aankondigt en bijna zonder er verder over na te denken komen we in beweging. In de energie van de lente gaan we de plannen die we in de winter hebben gemaakt uitvoeren. Soms is dit een bewust proces; een keuze die we maken om dat wat we willen ook daadwerkelijk te gaan doen. Maar heel vaak gebeurt het bijna automatisch. En pas na een paar weken beseffen we dat we nu weer maaltijdsalades eten in plaats van stamppot.

In de lente lijken juist die dingen die ons in zekere zin hebben tegengehouden ook minder ‘gewicht’ te hebben. Natuurlijk kan het ook in de lente slecht weer zijn, maar we laten ons er niet zo snel door tegenhouden als met het slechte of koude weer in de winter.

In de natuur komt nu ook alles volop in beweging. Waren het tot nog toe alleen de sneeuwklokjes en vroege, soms wat verdwaalde crocussen; met de omslag in de energie worden de bladknoppen van bomen en struiken met de dag dikker en voller.
Alles om zo gauw de lente haar intrede doet daar ook op alle fronten, op alle mogelijke manieren gebruik van te kunnen maken…

Nog een paar weken voor de laatste voorbereidingen en plannen…
Dag winter, hallo lente!


Verantwoordelijkheid



Verantwoordelijkheid. Het blijft een interessant gegeven.
Bijna iedereen zal het er mee eens zijn dat we verantwoordelijk zijn voor hoe we ons eigen leven leiden. Voor onze keuzes, onze beslissingen; voor dat wat we te geven hebben in het leven en dat wat we ontvangen.

De grote vraag is hoe we daar mee omgaan.

Nu is het vaak zo dat vrouwen geniet zijn om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen dan alleen de verantwoordelijkheid voor ons eigen leven en wat daarbij komt kijken. Veel mannen daarentegen bekijken verantwoordelijkheid sneller als een last van een ander waar ze ‘niet voor getekend’ hebben om die te gaan dragen. Dit betekent geenszins dat mannen geen verantwoordelijkheid nemen, maar wel dat ze daarbij vaak bijna automatisch hun eigen grenzen in de gaten houden.

Op welke wijze we onze verantwoordelijk nemen en daarmee omgaan is een persoonlijke keuze. Wij bepalen zelf welke verantwoordelijkheden we bereid zijn op ons te nemen en welke niet. En dat heeft dan ook weer te maken met verplichtingen. Wanneer we de verantwoordelijkheid willen van een drukke baan, dan zullen de verplichtingen mogelijk inhouden dat we vaak lange dagen maken. En zolang we daar zelf geen problemen mee hebben, is er niets aan de hand. Toch?
Tenzij we door ons helemaal op ons werk te richten bijvoorbeeld geen verantwoordelijkheden meer op ons nemen binnen ons gezin.

Het is een gegeven wat het concept van ‘verantwoordelijkheid’ lastiger maakt. Want wat er kan gebeuren is dat daardoor een grotere verantwoordelijkheid bij de ander op de schouders gelegd wordt. Een grotere verantwoordelijkheid waar die ander misschien helemaal niet op zit te wachten…

De vraag wordt dan of die ander deze verantwoordelijkheid accepteert, of niet.

In de praktijk raken we in zo’n situatie al gauw in gesprekken verstrikt die beginnen met “Ja, maar jij…” Plotseling krijgt die misschien wat scheve verhouding van verantwoordelijkheid een stukje ‘schuldvraag’ in de schoenen geschoven…
En dan wordt het opeens heel belangrijk om te gaan kijken naar de feiten van de situatie; naar wat er nu werkelijk aan de hand is. Meestal gaat het op dit punt allang niet meer over taakverdeling of verantwoordelijkheid.
Aan de andere kant nemen we (zowel vrouwen als mannen) die schuld vaak wel op ons in de zin dat zelfs wanneer er geen feitelijke reden is om ons ergens schuldig over te voelen, we toch met dat schuldgevoel blijven zitten.

Maar al te vaak heeft dat te maken met oude innerlijke conversaties in ons systeem. Een oud idee waar we misschien mee op zijn gegroeid. Het gevoel niet goed genoeg te zijn, of niet waardevol te zijn bijvoorbeeld.

Zo gauw we ons dat realiseren, dan is het wel degelijk onze eigen verantwoordelijkheid om daarmee aan de slag te gaan! Hoe we dat doen, dat is dan weer onze eigen keuze…


Healing



Het begrip ‘healing’ is niet meer weg te denken uit de Nederlandse taal. Het betekent ‘gezond - of heel worden’. En wanneer je uitgaat van die definitie, dan blijkt al gauw dat ‘gezond zijn’, ‘heel zijn’ of ‘wel zijn’ niet alleen met je fysieke lichaam te maken hebben, maar met je hele systeem...
Met  je emoties, je denken, met hoe je het leven ziet, maar vooral ook, met hoe je tegen je eigen leven aankijkt.

Wanneer je blij bent met je leven; een baan hebt waarin je je kunt vinden, omringt wordt door vrienden en/of familie die van je houden; wanneer je wensen en verlangens worden vervuld ~ dan voel je je goed! Je voelt je gezond en sterk ~ je kunt de hele wereld aan!

Wat maakt ons dan ziek?

Een spirituele kijk op ‘ziekte’ is dat wanneer er dingen zijn in je leven die je eigenlijk zou willen veranderen, maar waar je aan voorbij gaat (om welke reden dan ook), dat deze dingen uiteindelijk hun weerslag hebben op ons fysieke lichaam. Vanuit dit perspectief is ‘ziekte’ het signaal van je lichaam dat je nu echt even een pas op de plaats moet maken om te zien waar je staat in het leven.

Het eerste signaal van je lichaam is bijna nooit een ziekte in de traditionele zin van het woord. Meestal gaat het om een gevoel dat je ‘vast loopt’, een gevoel dat je steeds tegen dezelfde onplezierige dingen aanloopt. Het kan zijn dat je je continu gestrest voelt, dat je het idee hebt dat de wereld om je heen meer verwachtingen van je heeft waar je niet aan kunt (of wilt) voldoen. Het kan een verkoudheid zijn die maar niet over wil gaan...

En wat deze dingen met elkaar gemeen hebben, is dat ze het gevoel geven dat we er geen controle over hebben. Dat, al zouden we willen, we ze niet kunnen veranderen. Dat we machteloos zijn...

Heel vaak beginnen dit soort gevoelens met een manier van denken waarmee we zijn opgegroeid. Met de regels; de normen en waarden van onze ouders en van de cultuur waarbinnen we leven. Vaak wordt ons al heel jong duidelijk gemaakt dat er vervelende consequenties zullen zijn, wanneer we ons leven niet inrichten volgens diezelfde normen, waarden en denkpatronen.

En wat er dan gebeurt is dat we emotioneel vast kunnen lopen.

Dat we misschien kwaad worden om niets... Dat we het idee hebben dat er altijd aan onze wensen en verlangens voorbij gegaan wordt, dat er nooit rekening gehouden wordt met ons. Dat we misschien zelfs het idee hebben dat alles wat er in ons leven gebeurt, ons overkomt zonder dat we daar zelf iets in te kiezen hebben...

Healing, het gezond of heel worden, kijkt naar het hele plaatje van ‘ziek zijn’. Dus niet alleen naar de lichamelijke symptomen, de signalen van je eigen systeem, maar vooral ook naar waar deze symptomen vandaan komen. Healing is daarmee per definitie holistisch; het kijkt naar ‘heel de mens’.

Healing geeft je het vermogen om keuzes te maken in je leven terug; het geeft je een gevoel van empowerment!


Je creëert je eigen wereld



Tegenwoordig horen we steeds vaker dat we niet alleen onze eigen werkelijkheid creëren, maar ook onze eigen wereld. Het klinkt eigenlijk heel logisch; door onze keuzes en beslissingen kiezen we zelf het pad dat we bewandelen ~ ons levenspad.

Toch komen er dan meteen ook een aantal vragen naar boven. Want zijn we ons wel altijd even bewust van onze keuzes? En worden onze beslissingen gedreven door onze eigen werkelijkheid, of meer door de omgeving waar we ons in bevinden? En hoe zit dat met de situaties die soms ongevraagd ons leven binnenrollen en in een mum van tijd ons hele leven op z’n kop zetten? Hebben we daar überhaupt enige invloed op??

Wanneer bepaalde situaties zijn verbonden met onze individuele levenslessen, dan zullen ze op één of andere manier waarschijnlijk wel in ons leven komen. Het gaat dan vaak minder om de situatie zelf dan over hoe we met die situatie omgaan. Hoe beter we ermee omgaan, des te vaker een dergelijke situatie aan ons voorbij gaat. Maar er zijn ook situaties die we zelf in ons leven brengen door onze eigen keuzes.
Wanneer we steeds zodanig kiezen dat iedereen in ons gezin het helemaal goed heeft, behalve wijzelf (bijvoorbeeld omdat het een grotere druk op ons legt, wij er zelf meer werk aan hebben, of omdat dit betekent dat we geen hulp krijgen met soms eenvoudige karweitjes “want dat doe jij toch altijd”…), dan is de conclusie al gauw dat we die situatie ~ in ieder geval tot op zekere hoogte ~ zelf hebben gecreëerd.

Een andere manier om iets in ons leven te brengen waar we niet echt op zaten te wachten is door een innerlijke dialoog te hebben die een negatief zelfbeeld versterkt. Zinnetjes als: “Dat lukt me niet”, “Dat kan ik niet”, “Dat doe ik toch niet goed / fout”, kunnen op ten duur een eigen leven gaan leiden en een energie van “niet goed” of “niet goed genoeg” in ons leven brengen. Wanneer dat gebeurt wordt het steeds lastiger om ‘goede’ keuzes te maken. Het wordt dan steeds moeilijker om onze keuzes en beslissingen zo te nemen zodat wij in ons leven juist dat creëren wat we in ons leven willen ervaren…

Met andere woorden, het is belangrijk om er de tijd voor te nemen te luisteren naar je innerlijke dialoog. Cijfer je jezelf en wat jij nodig hebt steeds weg? Dan is er waarschijnlijk iets in je leven niet in balans.
Daarnaast is het zeker zo belangrijk dat je keuzes en beslissingen dat in jouw leven brengen wat jij wilt beleven; niet wat je denkt dat anderen verwachten dat jij voor hun in hun leven bewerkstelligt.

Wanneer jij jouw leven bewust creëert en het (levens-)pad door jouw creatie bewandelt ~ dan heeft de rest van het leven de neiging om (relatief) moeiteloos op z’n plaats te vallen.


“Ik mag niet doen” - “Ik mag niet zijn”



Toen “Ik mag niet doen” en “Ik mag niet zijn” elkaar ontmoeten was er een onmiddellijke herkenning van de onuitgesproken innerlijke dialoog in de ander. Die herkenning groeide uit tot een band die levens overspant…

Lang geleden, als klein kind, werd aan “Ik mag niet doen” de taak toebedeeld om te spelen met haar chronisch zieke jongere zusje. Zusje kon nergens heen, want overal waar ze heenging werd ze ziek. Dus op al heel jonge leeftijd was het aan “Ik mag niet doen” om thuis te blijven en zusje te entertainen. En liep ze dan nog in de weg, dan werd ze meegestuurd met Pa.
En zo werd de innerlijke dialoog geboren dat “Ik mag niet doen” nooit echt mocht doen wat ze zelf wilde; nooit werkelijk zichzelf op haar manier kon uitdrukken. Als gevolg leerde “Ik mag niet doen” op een fantastische manier om anderen te denken; altijd anticiperend wat de ander van haar nodig had. Wat de ander van haar verwachtte.

Nog voordat hij geboren was, werd het al duidelijk voor “Ik mag niet zijn” dat hij niet welkom was. Wat zijn vader, of vrienden en familie van zijn ouders ook zeiden, zijn moeder wilde hem niet. Zij wilde meer tijd om onbezorgd van haar jeugd te genieten nu ze door het huwelijk eindelijk het ouderlijk nest ontvlucht was en had in haar leven geen ruimte voor zo’n onnozel kind.
En zo werd de innerlijke dialoog geboren in “Ik mag niet zijn” dat hij er eigenlijk niet mocht zijn. Dat hij nergens werkelijk bij hoorde. Dat hij altijd op zichzelf was aangewezen; en zelfs het allerbeste wat hij deed was nooit genoeg om zich een plaatsje te verwerven in het gezin, bij vrienden, of later bij collega’s. Als gevolg leerde hij de waarde van geld en van onderhandelen; iets wat hem misschien niet geliefd maakte, maar wel iemand om in ieder geval rekening mee te houden.

Het is de manier waarop levenslessen in ons leven komen.
Wijzelf kunnen wel een plan hebben welke levenslessen we in dit leven willen leren, maar tenzij we al heel jong worden “opgezadeld” met de structuur om ons daadwerkelijk met dat thema of die les bezig te blijven houden, zouden we vaak al snel een gemakkelijker pad kiezen. Daarmee zouden we juist over die door onszelf gekozen levensles niet dat leren wat we voor ogen hadden toen we ons voorbereidden op dit leven…

Het is dan natuurlijk het idee dat we door steeds meer te ontdekken over de waarheden en onwaarheden waar we mee zijn opgegroeid, ook steeds meer begrijpen over de ons thema. En hoewel levenslessen typisch als een rode draad door ons leven steeds terugkomen ~ zij het iedere keer op een iets andere manier ~ zouden we uiteindelijk op dat punt kunnen komen waarop we zoveel over onszelf en ons thema hebben geleerd, dat we toch juist die dingen kunnen doen en zijn die vanaf het prille begin van ons leven zo moeilijk waren voor ons.

Maar hoezeer we ook ons best doen, dat is niet altijd het geval.

“Ik mag niet doen” heeft weliswaar een leven lang naar anderen geluisterd en zich altijd keurig gedragen zoals dat van haar werd verwacht; maar ze heeft nooit haar creatieve vermogens werkelijk kunnen uitdrukken. Die zullen ~ althans voor dit leven ~ ongekend blijven.

“Ik mag niet zijn” heeft, ondanks verschillende veranderingen van carrière, het ver geschopt. Hij heeft het voor elkaar gekregen om zijn gezin in ieder geval financieel en materieel goed te verzorgen. Maar hij heeft nooit werkelijk geleerd om zich op sociaal gebied zo uit te drukken dat hij er als vanzelfsprekend gewoon bij hoorde.

In de herkenning van de innerlijk dialoog van de ander, zijn “Ik mag niet doen” en “Ik mag niet zijn” een leven lang bij elkaar gebleven. Een leven van diepe vriendschap en liefde. Een leven van begrip en vertrouwen dat ze het samen zouden redden.

Een leven waarin zij ook hun kinderen de innerlijke dialoog hebben meegegeven waardoor ook die aan hun levenslessen zullen blijven werken…


Stralen



Laat jij jezelf stralen?

Wanneer we helemaal blij zijn met iets is het gemakkelijk om onze energie te laten stralen. Het gebeurt bijna vanzelf. De blijheid spettert van ons af en de hele wereld kan dat zien… En het lijkt wel alsof onze energie dan gevoed wordt door de wereld om ons heen; het wordt een wisselwerking waardoor onze energie sterker wordt hoe meer we onze blijheid laten stralen.

Die wisselwerking zouden we dus eigenlijk goed kunnen gebruiken in ons dagelijkse leven, zou je denken.
Maar het gekke is dat we in de routine van ons dagelijkse leven onze energie in de regel veel minder laten stralen. We hebben dan veel meer de neiging om ons te gedragen zoals van ons wordt verwacht en daardoor alleen dat deel van onszelf te laten zien waarvan we denken (!) dat de wereld om ons heen zal waarderen of zelfs accepteren.
Wat er dan gebeurt is dat ook alleen dat deel wat we op dat moment aan de wereld tonen door onze omgeving wordt gevoed.

Nu is er helemaal niets mis mee om ervoor te kiezen ons te gedragen volgens bepaalde waarden en normen waardoor we ons in een relatief veilige positie plaatsen in de zin dat we gewaardeerd worden door onze omgeving. Of dat nu gaat over familie en vrienden of over collega’s en kennissen.

Daardoor is het alleen ook zo dat we nooit helemaal ons werkelijke, authentieke zelf uitdrukking geven; in wezen doordat we een filter in onze energie zetten dat alleen die aspecten van ‘ons zelf’ naar buiten laten komen waarvan wij vinden (of denken) dat ze zullen worden geaccepteerd door onze omgeving.
En zolang we dat doen is er ook geen echte aanleiding om te gaan ontdekken wie we werkelijk zijn…

Welke aspecten van onszelf kennen we (nog) niet? Welke delen van onszelf duwen we als het ware naar de achtergrond omdat we hebben geleerd dat we onszelf niet ‘op de borst moeten slaan’? Tenslotte, ‘hoogmoed komt voor de val’!

Aan de andere kant is het in de energie van dit punt in de tijd steeds belangrijker om juist al die aspecten van ‘ons zelf’ die ons uniek maken te ontdekken en naar buiten te brengen. Niet noodzakelijkerwijs door ons gedrag ~ of door onszelf ‘op de borst te slaan’ ~ maar eerder door ervoor te kiezen dat we ons volledige zelf mogen en kunnen zijn. Onafhankelijk van wat we denken dat er van ons verwacht wordt.

Zo gauw we zelf kunnen accepteren dat het okay is om ‘ons zelf’ te zijn ~ om authentiek te zijn ~ om juist die aspecten in onszelf die ons uniek maken te erkennen; dan beginnen we een heel andere energie uit te stralen.

En zo gauw we ‘ons zelf’ laten stralen, maken we de wereld beslist een beetje mooier!


De meest onverwachte cadeautjes



Er zijn van die gelegenheden dat we eigenlijk wel verwachten om cadeautjes te krijgen, zoals verjaardagen, Sinterklaas, kerst; maar ook op de ‘belangrijke momenten’ in ons leven zoals het slagen voor een examen, het halen van ons rijbewijs, bij het trouwen, het krijgen van kinderen ~ en ga zo maar door.

En de cadeautjes die we dan krijgen kunnen dingen zijn die we al heel lang wilden hebben, of juist dingen die we weliswaar hartelijk en verrast in ontvangst nemen, maar waarvan we dan heimelijk denken: “Wat moet ik daar in vredesnaam mee?” Misschien zelf ook weer cadeau geven?

En dan zijn er de cadeautjes die we in onze wildste dromen nooit hadden kunnen voorstellen. Meestal in de vorm van een nieuwe manier om iets te begrijpen, een nieuw inzicht, of een verandering in ons bewustzijn ~ ons “bewust zijn”.
Het zijn dingen die ons vaak gegeven worden in de meest lelijke pakketjes…

Bijvoorbeeld door moeilijke situaties waar we opeens zien hoe we deze in goede banen kunnen leiden. Of door het overwinnen van obstakels. Het zijn cadeautjes die soms verpakt zitten in een situatie waarvan we op dat moment werkelijk niet kunnen zien dat er een überhaupt een goede kant aan zou kunnen zitten.
Wanneer zoiets in ons leven gebeurt kunnen we er op twee manieren naar kijken:
We kunnen ons afvragen waarom zoiets ons nou net moet gebeuren ~ “dit hebben we niet verdient!” ~ en er in meerdere of mindere mate gefrustreerd door raken.
Of we kunnen actief zoeken naar wat het ons in ons eigen leven ~ los van de hele situatie ~ kan vertellen. En vreemd genoeg betekent dat vaak, dat de echte uitkomst van de situatie ons te bieden heeft veel positiever is dan we misschien op dat moment kunnen zien!

Dit soort onverwachte cadeautjes ~ ook al worden ze ons gegeven als lelijke, kleine, soms zelfs vieze pakketjes ~ blijken dan zoveel kostbaarder te zijn dan het duurste cadeau dat ons ooit gegeven werd op bijvoorbeeld een verjaardag of huwelijksdag.

Het blijkt ook een veel persoonlijker cadeau te zijn; iets wat ons leven letterlijk veranderd. Iets wat ons unieke persoonlijke pad misschien meer doelbewust maakt, of zelfverzekerder. Liefdevoller. Lichter. Het kan ons zelfs een groter gevoel van innerlijke vrede meegeven.

De meest onverwachte cadeautjes ~ zeker die cadeautjes die gegeven worden in lelijke, lastige, vervelende situaties ~ zijn het zonder enige twijfel waard om met een ‘open mind’ te ontvangen en met oprechte nieuwsgierigheid te observeren voordat we besluiten of we ze al dan niet willen houden…


Als alle hoop verloren is



Het lijkt alsof de energie waarin we leven ~ in deze tijd van polariteiten ~  ons op dit moment presenteert met de grootste polariteit die we ons kunnen bedenken…
Waar voor de ene persoon het pad eindelijk duidelijk wort en openingen biedt om verder te gaan, om vloer te leven, dingen te ontdekken over zichzelf en over wat het leven ons allemaal te bieden heeft; lijkt voor een ander persoon juist alle hoop verloren.

Het is een lastige polariteit; een zware polariteit ook.
Een polariteit waar niet gemakkelijk mee om te gaan is, aan welke kant je ook staat.

Hoe blijer de ene persoon is met de beweging en de avonturen die voor hem/haar in het verschiet liggen, des te moeilijker wordt het voor die ander die zich steeds meer overweldigd ~ misschien zelfs een beetje ondergesneeuwd ~ voelt, om te praten over zijn/haar belevingswereld.

En tenzij we heel goed opletten op wat de energie, de lichaamshouding, de woordkeus van die ander ons vertelt ~ onafhankelijk van de woorden of het verhaal ~ dan is het gemakkelijk om te missen hoezeer die ander de hoop aan het verliezen is.
Het is dan heel gemakkelijk om te reageren vanuit waar we zelf staan met goedbedoelde ~ maar totaal niet effectieve ~ woorden als “kop op”, “het gaat wel over”, of “het wordt wel beter”.

Beter zou het zijn om werkelijk te luisteren naar die ander. Om vragen te stellen. Om de spreekwoordelijke mijl in zijn/haar schoenen te lopen voordat we advies geven.
Vaak geeft ons luisteren die ander een opening omdat hij/zij zich gehoord voelt.

Voor diegene die alle hoop verloren heeft is het goed om er juist wel over te praten. Om de niet effectieve maar goedbedoelde adviezen in de kiem te smoren met de vraag om eerst echt te luisteren. Om het hele verhaal werkelijk te horen.

Het is een polariteit die geen gemakkelijke antwoorden heeft ~ aan geen van beide kanten.

Maar zolang we niet echt met elkaar gaan praten en werkelijk naar de ander te luisteren; zolang we ons eigenlijk alleen maar op ons eigen leven en ons niet bewust (willen) worden wat er voor een ander speelt, is dit een polariteit die gaat over leven en dood.
In die zin is het voor ons allemaal een deel van ons bewustwordingsproces ~ een deel van ons persoonlijke pad ~ om hier een nieuwe balans in te vinden.

Want als alle hoop verloren is, wat is er dan nog over om de pijn te verzachten? Om de moed op te brengen om toch die nacht weer door te komen en de volgende dag weer op te staan?

Vandaag brand ik een kaars voor iedereen die de moed heeft opgegeven; voor iedereen voor wie alle hoop verloren is…


Kapstok



Wij hebben thuis een relatief grote kapstok. En omdat er daardoor de ruimte is, raakt hij in de loop van een week of zo vol. Komt er bezoek, dan is het zaak om ruimte te maken. Of om meer kledinghangers aan de kapstok te hangen…

Het idee dat de kapstok door onszelf steeds voller wordt gehangen is op zich een interessant gebeuren. Het geeft aan dat er een laag is waarop wij de  jassen/kleding die we even niet nodig hebben liever aan de kapstok hangen dan dat we deze meteen opruimen.
En iedereen die binnenkomt, trekt een jas uit en hangt deze aan de kapstok.

Niets mis mee, zou je zeggen. Daar is de kapstok immers voor!

Maar wanneer we dit vertalen naar hoe we omgaan met energie, dan wordt het opeens een boeiend plaatje om naar te kijken…

Dan opeens toont die overvolle kapstok hoe wij zelf met onze energie omgaan.
Als we onze energie niet opruimen, maar dat waar we mee bezig zijn liever ‘laten hangen’, dan raakt onze kapstok overvol. Met andere woorden, dan wordt de last ~ in energie ~ die we dragen, steeds zwaarder.
En wanneer iedereen die in onze energie binnenkomt een jas uittrekt en op onze (energie)kapstok hangt, dan dragen we daarmee de last van iemand anders. En maar al te vaak vinden we dat heel gewoon. Daar is die kapstok immers voor!

Kijken we hiernaar vanuit onze eigen energie, dan blijkt dat we graag anderen willen helpen; dat we het die ander zo gunnen om hun last even af te leggen… Het idee is dan dat ze die last weer oppakken en meenemen zo gauw ze bij ons weggaan. Maar dat is lang niet altijd het geval. En wat er dan gebeurt is dat wij een last blijven dragen van die ander.

Natuurlijk zijn er situaties relaties waarin hier helemaal niets mis mee is. We hebben allemaal af en toe behoefte aan een ‘sterke schouder’ die ons over een obstakel heen helpt. En daarna gaan we zelf weer verder op ons pad.

Het is aan de andere kant geen goed idee om de last van iedereen die bij ons binnenkomt ~ in energie ~ te blijven dragen. Dat kan die ander weliswaar heel prettig vinden, maar daarmee plaatsen we onszelf in een positie waar de lasten die we dragen zwaarder en zwaarder worden en ons gaan belemmeren ons eigen leven op onze eigen manier te leiden.

Wanneer dit gebeurt, doen wij onszelf tekort!

En dat brengt me weer terug bij onze eigen, overvolle kapstok…
En dan komt de vraag naar boven; ben jij een ~ misschien wel overvolle ~ kapstok?


Voor het slagen van het kwaad…



"Voor het slagen van het kwaad, is niets anders nodig dan dat goede mensen niets doen.”
Edmund Burke (1729-1797)

Verhalen over de strijd tussen goed en kwaad zijn er in bijna iedere cultuur wel te vinden. Het zijn verhalen die blijven voortbestaan; verhalen die vertelt blijven worden. En hoewel de definitie van ‘het kwaad’ misschien is veranderd door de eeuwen heen, is de strijd tussen goed en kwaad nog altijd een relatief actueel onderwerp.

Sommige vormen van ‘het kwaad’ zijn heel duidelijk. Oorlog; geweld ~ of dat nu gaat over fysiek geweld, mentaal of emotioneel geweld; of geweld omdat die ander er anders uitziet of anders denkt dan jij ~ valt onder ‘het kwaad’. Maar er zijn ook vormen van ‘het kwaad’ die minder voor de hand liggend zijn, zoals intolerant zijn of een houding hebben dat alles wat anders is dan we het zelf zouden doen niet mag of kan. Liegen, bedriegen, roddelen of kwaadspreken over iemand of over een situatie. Hebzuchtig of egoïstisch zijn. Of een negatieve levenshouding hebben waarbij alles wat er op ons pad komt niet goed ~ of zelfs slecht ~ is…

De eerste keer dat ik in aanraking kwam met de ‘quote’ van Edmund Burke was op de middelbare school. In die tijd hing er een poster op het prikbord. Het is me altijd bijgebleven.

Zelf ben ik er ~ ook vanuit mijn opvoeding ~ altijd vanuit gegaan dat mensen ‘goed’ zijn. Dat iedereen het beste voorheeft met anderen.
Ik heb dan ook nooit begrepen waarom iemand niet de waarheid zou spreken; of tegen de ene persoon het ene zegt en tegen iemand anders het tegenovergestelde. Waarom iemand iets zou doen om een ander (moedwillig) te kwetsen.
Ik heb dan ook door schade en schande geleerd dat niet iedereen er op dezelfde manier over denkt. En dat wat iemand zegt en wat iemand doet soms mijlenver uit elkaar kan liggen.

Maar als de meeste mensen in hun kern ‘goed’ zijn, waarom blijft ‘het kwaad’ dan bestaan? Wanneer het zo is dat wij als een optelsom van ‘goed’ kunnen voorkomen dat ‘het kwaad’ slaagt in zijn opzet, waarom doen we dat dan niet?
En wanneer we wel iets willen doen, wat is het dan dat we zouden kunnen doen?

Zou het echt zo eenvoudig kunnen zijn als dat we ervoor mogen zorgen dat onze stem gehoord wordt?

De Amerikaanse politiek van de afgelopen anderhalf jaar is daar misschien wel een goed voorbeeld voor; doordat zovelen het niet nodig vonden om te gaan stemmen ~ ‘want het heeft toch geen zin’ ~ staat er nu een president aan het hoofd van dat land die duidelijk moeite heeft met de (feitelijke) waarheid; die hebzuchtig en egoïstisch overkomt…

Het is iets om over na te denken, zo op het randje van het nieuwe jaar.
Niet over ‘het kwaad’ maar vooral over wat ieder van ons als goede mensen kunnen doen om ‘het kwaad’ in de wereld niet te laten slagen.
Om in het nieuwe jaar ons leven en de wereld waarin we leven een beetje beter te maken. Mooier, met meer balans, meer vreugde en meer vrede.

Ik wens je een Goed Nieuwjaar!


Wortels



Er is een couplet van het gedicht “Een mens te zijn op aarde” van Huub Oosterhuis dat me altijd bijblijft:
Bomen hebben wortels
Bomen mogen stevig staan
Maar mensen moeten verder gaan
Bomen hebben wortels
Maar mensen gaan voorbij

De rest van het gedicht spreekt me eigenlijk niet aan; het gehele gedicht voelt zwaar en moeilijk. Maar dat ene couplet vind ik prachtig!
Het geeft aan hoe bomen in hun wortels een anker hebben. Hoe dat anker stevigheid geeft, maar ook betekent dat een boom zijn of haar hele leven op dezelfde plek blijft staan. En wij mensen bewegen. We gaan voorbij aan die bomen in het park of bos. We leven ons leven en bewegen van daarheen waar we iets kunnen bijdragen aan het leven ~ of waar het leven iets bijdraagt aan ons leven.
Misschien gaan we op die manier zelfs af en toe voorbij aan onze eigen wortels…

Want hoewel wij bewegen ~ voorbij gaan aan de bomen ~ hebben ook wij onze ‘wortels’. Ons anker; de basis waarop wij ons leven bouwen. En hoe steviger die basis is, des te verder kunnen wij uitreiken naar dat wat we wensen en verlangen in ons leven.
In tegenstelling tot de fysieke wortels van bomen, zitten onze ‘wortels’ meer in de tradities en rituelen waar we mee opgroeien. De dingen die we doen om de feestdagen door het jaar heen te vieren. Verjaardagen, maar ook feestdagen als pasen, kerst en ‘oud en nieuw’; en zelfs de gedenkdagen in de cirkel van de seizoenen. Door op onze eigen manier deze dagen de erkennen en bijzonder te maken, geeft ons een anker in het leven. Geeft ons ‘wortels’.

Door deze tradities en rituelen samen met anderen te gedenken, geeft het ons het gevoel ‘erbij te horen’. Een deel te zijn van een geheel.
En dat is iets wat onze basis, dat deel van onszelf van waaruit we ons leven opbouwen, sterk maakt.
Die sterke basis maakt het mogelijk om te bewegen. Om niet ons hele leven op één plek te hoeven blijven ~ tenzij we daar zelf voor kiezen. Die sterke basis betekent ook dat we in het leven wel tegen een duwtje kunnen. We vinden sommige dingen die ons overkomen niet misschien niet leuk en zullen dan zoiets hebben van “Ik kan zonder…”, maar uiteindelijk gaan we ermee om en brengen we het tot een oplossing. Wat het ook is.

Hoe we het ook bekijken, wij mensen gaan en komen, maar we hebben wel degelijk ook ‘wortels’! En het is aan ons om die wortels zo stevig mogelijk te maken om zo ons leven te leven vanuit een sterke basis!


Omwenteling



Volgens het synoniemen woordenboek betekent het: aardverschuiving, ommekeer, opschudding, revolutie, verandering. Een keerpunt dus, waarop we tot het besef komen dat alles wat was ~ alles wat we kennen, waar we vertrouwd mee zijn; alles wat comfortabel aanvoelt voor ons ~ niet meer kan zijn. Dat betekent natuurlijk niet dat alles waar we waarde aan hechten zomaar uit ons leven verdwijnt, maar wel dat de manier waarop we daarmee omgaan mag veranderen.

Het is bijvoorbeeld prima om fotoboeken te hebben met daarin foto’s van leuke dingen die we hebben meegemaakt. Een bruiloft, een feest, vakantie. Of gewoon van mooie foto’s die we op onze wandelingen hebben gemaakt… Maar wanneer die fotoboeken dan naar het verste hoekje van de zolder verhuizen, dan hebben we ze kennelijk niet meer nodig om die goede herinneringen te her-beleven. Wanneer die fotoboeken zo worden opgeborgen dat we er eigenlijk geen toegang meer toe hebben, dan zijn ze eigenlijk ‘ballast’ geworden.
Aan de ene kant stellen we de herinneringen op prijs; en misschien zelfs het idee dat we daar foto’s van hebben. Aan de andere kant staan die foto’s ons in de weg… En zo gauw we tot dat besef komen is het tijd voor een omwenteling; een verandering.
Dat houdt niet in dat we die fotoboeken allemaal ongezien naar het ‘oud papier’ brengen, maar mogelijk wel dat we die boeken (laten) digitaliseren zodat we toegang hebben tot de plaatjes zonder dat deze heel veel ruimte innemen. Daarna kunnen we besluiten de fotoboeken te recyclen, of, als het over hele oude foto’s gaat, een nieuw leven te geven bij een verzamelaar.

Het is een proces dat we zelden in één grote hink-stap-sprong nemen. Veel vaker zijn het een aantal kleine stappen die we zetten om zo een verandering door te voeren in dat waar we waarde aan hechten, maar waar we nu, in deze tijd anders mee om willen gaan.

Hoe we dat doen is heel persoonlijk.
Voor de ene persoon is het helemaal geen probleem om al die “oude meuk” in één klap te recyclen, terwijl de ander die oude plaatjes nog lang niet echt kwijt wil en of de oude fotoboeken toch besluit te bewaren, of de foto’s digitaliseert.

Echter, wanneer we op een keerpunt in ons leven staan en het tijd is voor een omwenteling, dan is het wel zaak om te kijken wat er in ons leven mag en kan veranderen. Zijn er dingen waar we misschien wat te krampachtig aan vast houden? Of dichten we iets een waarde toe die het eigenlijk niet meer heeft? Dan is het nu zeker tijd om daar verandering in te brengen.
Om stappen te zetten die ons de ruimte geven om al het nieuwe dat op ons wacht ook aan te kunnen gaan. En om ook toe te staan dat die eerste kleine stap die we daarin zetten, uit kan monden in een “aardverschuiving”.

Nog even en dan is er de omwenteling van de seizoenen; de kortste dag en daarmee de terugkeer van de zon. Ik ben benieuwd wat die omwenteling gaat brengen!


Vogelhuisje



Van ed week, net toen het weer echt een stuk kouder werd, viel het vogelhuisje aan de overkant van de straat open. Natuurlijk moet het open kunnen om ieder jaar te controleren en schoon te maken, maar zo gauw de winter voor de deur staat is het fijn dat zo’n vogelhuisje dicht zit en dicht blijft zitten.
De vraag is waarom het open ging…

Vogeltjes zijn zo licht dat ik me nauwelijks voor kan stellen dat, mocht een vogeltje het gebruikt hebben om te schuilen, het in en uit vliegen zoveel kracht op het huisje heeft gezet dat het open zou vallen. Het is tenslotte een heel solide vogelhuisje. Misschien heeft het niet helemaal goed dicht gezeten nadat het was schoongemaakt. Of misschien heeft een grotere vogel ~ een kraai of zo ~ of zelfs een kat geprobeerd het huisje in te komen waardoor het deurtje openging.
Al met al zal er best een logische reden geweest zijn dat het deurtje niet dicht zat…

Het maakt wel dat ik nadenk over of ~ en hoe goed ~ mijn deur is gesloten.
Vanuit het perspectief van “huis en haard” geeft de deur de grens aan tussen binnen en buiten; tussen mijn ruimte en de wereld om me heen.
Symbolisch gezien staat een huis voor onze gedachten. Dat maakt dat de symbolische deur staat voor de grens van welke gedachten “we bereid zijn om te denken”. Welke gedachten willen we in meegaan? En welke gedachten, concepten of energieën zitten zover buiten onze belevingswereld dat we er eigenlijk niets mee kunnen?

En juist in deze laatste weken voor de kerst wordt (het besef van) die grens wat vager. Plotseling voelen we ons misschien een beetje meer schuldig wanneer we niet doneren aan het volgende goede doel waarvoor iemand ~ soms bijna agressief ~ een bijdrage komt vragen.
Wetende dat juist nu die grens voor zovelen wat minder duidelijk ligt, lijken er ook steeds meer organisaties te zijn die daar gebruik van maken en juist nu vragen om een extra bijdrage…

Het gaat er niet om of het een goed doel is, of het een doel is waar je regelmatig een bijdrage aan geeft. Het gaat er zelfs niet om of er zo vreselijk veel aan de strijkstok blijft hangen dat je uiteindelijke bijdrage misschien maar heel minimaal is…

Waar het over gaat is in hoeverre jouw deur daarvoor openstaat.
Of het gemakkelijk is voor anderen om over je grenzen heen te gaan. Om bij je binnen te komen zonder dat je ze hebt uitgenodigd. Of dat nu gaat over personen of concepten.

Het gaat over waar je grenzen liggen.
En over de (symbolische) vraag of jij degene bent die beslist wanneer je de deur opendoet, of liever dicht houdt.


Trots



Zelfs wanneer ik af en toe mijn dag niet heb, ben ik er toch van overtuigd dat ik het allerleukste werk doe dat ik me kan bedenken! Het is creatief, afwisselend, boeiend; en of het nu gaat om een sieraad, een reading of een coaching sessie, ik leer iedere dag wel weer iets nieuws!

Het maakt mij trots op het werk dat ik doe.

En dat geeft me dan meteen te denken, want die trots zijn op het werk dat je doet, dat mis ik steeds vaker wanneer ik te maken heb met werknemers van grote bedrijven.
Dat kan komen doordat deze mensen te maken hebben met een werkdruk die groter is dan ze zouden moeten hebben waardoor ze voortdurend gebukt gaan onder een zo hoge stress dat het gevolgen heeft voor hun als mens.

Stress maakt ziek. Niet wanneer het alleen die ene stressvolle situatie is waar je die maand mee te maken hebt; maar wel waaneer die stress continu aanwezig is. En zelfs wanneer je (nog) niet ziek bent van de stress, dan neemt het stukjes van je mens-zijn weg.

Op die manier kun je merken de je niet meer trots bent op het werk dat je doet; misschien wel omdat je je werk niet zo goed kunt doen als je zou willen door de stress van een te grote werkdruk… En hoe minder goed je je voelt over dat wat je doet, des te meer kom je in een “overlevingsstand” te staan. Vaak betekent dit dat we ons werk doen naar de minimum maatstaven die acceptabel zijn en steeds minder interesse hebben in wat dat betekent voor het bedrijf waar we voor werken of diegenen waaraan dat bedrijf diensten verleent…

Het werk wordt gericht op een “mechanisch minimum” waaraan het menselijk aspect steeds meer wordt onttrokken. En dat komt over op klanten als een enorme desinteresse van het bedrijf.
En zijn we klant van zo’n bedrijf, dan kopen we dat wat we nodig hebben de volgende keer ergens anders waar we wel op een menselijke manier worden behandeld. Gaat het om een dienstverlenend bedrijf of industrie, dan hebben we niet altijd een optie om elders klant te worden, of kan blijken dat in de gehele industrie gewerkt wordt naar dat ongeïnteresseerde “mechanisch minimum”.

Zonder trots.

En dat geeft te denken!
Want als we leven in een wereld waarin we niet meer trots (kunnen) zijn op dat wat we doen ~ bijvoorbeeld in ons werk ~ dan wordt het steeds belangrijker om onszelf af te vragen wat we hebben in ons leven ~ wat er speelt in ons leven ~ waar we werkelijk trots op kunnen zijn!


Warme chocolademelk



Als kind vond ik het al een prima idee om ’s winters een winterslaap te houden. Ik was dan ook altijd een beetje jaloers op dieren die dat inderdaad doen. Niet dat ik daadwerkelijk drie maanden wilde slapen, maar eerder dat ik die drie maanden geen verplichtingen zou hebben.
Slapen wanneer je moe bent en niet de deur uit hoeven als het slecht weer is, het donker en koud is…
Gewoon geduldig wachtend op de zonnewende. Dat punt waarop de dagen weer langer worden en de energie weer wat gemakkelijker gaat stromen. Dat punt waarop we ons weer gaan richten op de nieuwe zaken in ons leven, of dat nou de nieuwe plannen zijn of de nieuwe stappen zijn die we gaan zetten.

Ooit had ik een buurjongen die het in zoverre met me eens was dat hij vond dat iedereen maar negen maanden in een jaar zou moeten werken. Die andere dire maanden zijn dan ~ afhankelijk van persoonlijke voorkeur en het seizoen ~ een tijd om het rustig aan te doen; om onszelf op te laden zodat we die andere negen maanden werkelijk alles uit het leven kunnen halen wat het leven ons te bieden heeft!

Aan de andere kant is een winterslaap niet iets wat wij als mensen doen; om niet te spreken over de implicaties die dat zou hebben in onze moderne wereld. We kunnen slecht drie maanden niet komen opdagen op ons werk om dan in het vroege voorjaar weer vrolijk binnen te stappen en te verwachten dat we gewoon weer aan de slag kunnen.
Het leven gaat door en wij blijven ook trouw opstaan zo gauw de wekker in het donker afgaat.

Dat maakt ~ in ieder geval voor mij ~ die donkere dagen niet gemakkelijker. Ik blijf het idee hebben dat ik geen activiteiten hoef te ontplooien. Dat mijn tijd beter is besteed aan een goed boek, zittend dichtbij een warme kachel, met een beker warme chocolademelk…

Natuurlijk zijn er ook prachtige, heldere winterdagen waarop de laagstaande zon alles een lange schaduw geeft. En koude dagen waarop de lucht fris en schoon aanvoelt. Van die dagen die perfect zijn om erop uit te gaan; om in beweging te komen en de energie te laten stromen.
En helemaal niets mis met een beker warme chocolademelk wanneer we op zo’n dag na een wandeling weer binnen komen, hoewel dat voor mij persoonlijk meer “thee-dagen” zijn ~ al dan niet met een lekkere bonbon of een stukje chocola.

Maar vandaag is voor mij een ‘warme chocolademelk-dag’.
Met slagroom!


Stuurloos



Meer dan ooit lijkt het alsof de energie ~ en daarmee wijzelf ~ stuurloos is. We kiezen een richting, maken plannen, maar zo gauw we stappen zetten om daadwerkelijk de plannen uit te voeren of de gekozen richting op te gaan, veranderd alles. De gekozen richting is opeens een stuk minder aantrekkelijk ~ de vraag is of we ons doel op die manier kunnen bereiken ~ en de gemaakte plannen zien er plotseling zinloos uit…

Het is iets dat geldt voor (bijna) alles wat we een zekere structuur proberen te geven.
En dat kan een al lang bestaande structuur zijn; iets wat misschien al jarenlang heel goed voor ons werkt. Maar dat kan ook een structuur zijn die we nastreven om nu eindelijk iets aan te pakken of te gaan doen waar we in het verleden nooit echt aan toegekomen zijn, of iets wat nooit echt helemaal van de grond gekomen is, maar wat we wel nog steeds willen (gaan) doen. De logische volgende stap is dan om dit nu te plannen, het structuur te geven zodat we fundamentele stappen kunnen zetten naar ons doel. Stappen kunnen zetten naar het verwezenlijken van onze dromen!

Waar dit nog niet zo lang geleden prima werkte, is dat nu steeds vaker niet meer het geval.

Het idee dat we onze dromen stap voor stap verwezenlijken, onze doelen bepalen en dan een van tevoren opgesteld plan volgen om daar ook aan te komen, werkt in de energie van vandaag minder goed.
Dit betekent (gelukkig) niet dat we onze dromen niet meer waar kunnen maken of doelen niet meer kunnen bereiken. Maar het voelt wel steeds vaker alsof we minder controle hebben over hoe we daar uit gaan komen. Minder controle hebben over de stappen die we kunnen zetten en daarmee ook minder controle over het uiteindelijke resultaat.

En laten we eerlijk zijn, echt helemaal 100% voor iets gaan wat zoveel onzekerheid ~ of stuurloosheid ~ met zich meebrengt is als het ware een sprong in het duister.
We zien alleen die eerste stap en we weten niet eens zeker of het doel dat we gaan bereiken ook dat doel is dat we op dit moment voor ogen hebben… Of de droom die we misschien al ons hele leven bij ons dragen ook waarheid gaat worden, of dat we bij iets heel anders uit gaan komen…

Het enige wat we kunnen doen is de beslissing nemen dat we er helemaal voor gaan in het vertrouwen dat het goed komt; een keer diep ademhalen, om dan die ‘sprong in het duister’ te wagen.
Dit kan het begin zijn van een groot avontuur, of ons veel sneller dan gedacht daar brengen waar we heen willen.
En zolang wij mee durven te stromen met de energie, brengt het ons precies op de juiste tijd op de juiste plaats.


Mist



Aan de ene kant vind ik mist lastig. Vooral wanneer je door de mist ergens heen moet met de auto. Het niet allemaal helder kunnen zien, de automobilisten die óf teveel licht voeren, óf te weinig. Het hele idee dat je het overzicht verliest, ten dele omdat je veel minder kunt zien wat er om je heen is of gebeurt…

Aan de andere kant vind ik mist prachtig!
Als ik door de mist wandel zijn al die dingen die vervelend zijn aan de mist in het verkeer opeens heel mooi. Juist het feit dat de wereld om je heen ‘kleiner’ wordt door de mist maakt dat je bijna automatisch op een andere manier naar je directe omgeving gaat kijken. Geluiden daarentegen worden door de mist veel verder gedragen. Ze lijken zuiverder, meer helder wanneer het mistig is.

Met mist is het net alsof je door sluiers loopt. Alsof er grenzen zijn waar we zonder mist aan voorbij gaan, overgangen in de energie om ons heen die we niet zien wanneer we worden ‘afgeleid’ door alles wat er in onze omgeving te zien is, maar die met mistig weer duidelijk worden.
Soms is zo’n grensgebied dik en ‘vast’; een mistbank die je inloopt en die je misschien pas na een tijd weer loslaat. In zekere zin is de mist dan een energie die je omhult; die je toestaat om even helemaal bij jezelf te komen en te blijven…
Andere momenten zijn het meer mistflarden; delen waar de mist dicht ~ bijna ondoordringbaar ~ is, afgewisseld met stukken waar je plotseling weer veel meer van je omgeving kunt zien. Op die manier ga je dan door de ‘sluiers’ heen, van energie naar energie, waarbij iedere energie weer net even anders is dan de vorige…

Het is als een meditatie die fysieke vorm heeft gekregen.
Alsof de wereld zoals wij die kennen een ‘schaduwwereld’ is geworden; een wereld waarin alle vormen bijna een vloeibaar karakter hebben gekregen waardoor de vormen zo in elkaar overlopen dat we opeens andere dingen zien. Andere wezens. Andere energieën.
Dat maakt zo’n mistige dag ook een uitgelezen moment om te communiceren met die andere wereld die we ons meestal niet of nauwelijks bewust worden; met die ‘ongeziene wereld’. Met de elfjes, de sprites, de vuurwezentjes en de aardse kabouters.
En wanneer wij het onszelf toestaan, dan kan het zo zijn dat we na zo’n meditatieve wandeling waarin we thuiskomen in de natuur en bij onszelf, we terugkomen met nieuwe gedachten, nieuwe ideeën en een andere kijk op ons bekende concepten.

Want met mistig weer worden we ons wat gemakkelijker bewust van al die zaken die we daarvoor hadden gemist…


Gezondheid



Ben jij gezond?
Het tegengestelde van gezondheid is ‘ziek zijn’. Dat kan iets relatiefs simpels zijn als als een verkoudheid, maar ook griep of nog ernstiger ziektes.
Aan de andere kant, wanneer we kijken naar hoe goed of gezond we ons voelen, dan blijkt dat er meer bij komt kijken dan ‘gezond of ziek zijn’. Dan kan het zo zijn dat hoe we met onszelf omgaan ~ bijvoorbeeld of we goed voor onszelf zorgen, gezond eten, bewegen, genoeg tijd nemen voor onszelf; en niet in de laatste plaats hoe we met stress omgaan ~ voor een groot deel ons gevoel van welzijn bepaalt.

En wanneer het gaat over ons gevoel van welzijn ~ over ons goed voelen ~ dan blijkt dat veel factoren die hierop van invloed zijn eigenlijk onze eigen verantwoordelijkheid zijn. Tenslotte bepalen wij zelf hoe goed we voor onszelf zorgen, of we gezond eten, genoeg bewegen, tijd nemen om te genieten van het leven en ga zo maar door…
Dus wanneer het puur om een gevoel van welzijn gaat, dan zouden we ons de vraag kunnen stellen wat wij anders kunnen doen zodat we ons gevoel van welzijn kunnen vergroten.
Vaak blijkt dan dat we daarvoor de motivatie hebben zodra we ons minder goed voelen. Met andere woorden, zolang we ons relatief goed voelen is er meestal geen reden voor ons om onze levensstijl aan te passen.

Dat ligt anders zo gauw we ziek worden. Dan is zonder meer een bezoekje aan onze huisarts op z’n plaats om precies uit te laten zoeken wat ons mankeert. Zo gauw dat bekend is krijgen we vaak een behandelplan. Dat kan een goed advies zijn zoals eerst een weekje echt uitrusten, maar dat kan ook gaan over het krijgen van medicatie of een doorverwijzing naar een specialist.

Op zich is dat een goed traject!
Aan de andere kant kan het ook zo zijn dat we daarmee de verantwoordelijkheid over onze gezondheid van ons af schuiven. “Maar de dokter is de expert!”

Nu is het zo dat doktoren en specialisten heel veel weten van ziektes, symptomen, behandelwijzen inclusief medicijnen etc. Maar vaak weten ze helemaal niets van hoe wij in het leven staan. Over de zaken die voor ons belangrijk zijn. Over obstakels die we in ons leven hebben overwonnen, over onze strijdvaardigheid… Maar al te vaak komen we in zo’n behandeltraject terecht in een hokje waar wij de ziekte zijn geworden…
En wanneer wij dan toch de verantwoordelijkheid willen nemen voor onze gezondheid ~ en misschien wel op een andere manier dan de dokter of specialist voor ogen hebben ~ dan wordt ons dat vaak heel lastig gemaakt. Dan wordt ons vertelt dat dit niet kan werken; dat we heus ‘echt ziek’ zijn. Dat de gevolgen groot en angstwekkend zullen zijn wanneer we niet doen wat zij zeggen.
Hoe we ons voelen en in welke mate we daar zelf de verantwoordelijkheid voor willen dragen is een keuze die ons maar al te graag wordt afgenomen!

En juist daarom is het zo belangrijk dat we zelf kunnen blijven kiezen welk behandeltraject voor ons het juiste pad is naar gezondheid. Naar welzijn. Naar ons goed voelen.
Zelfs wanneer dat pad relatief onbekend is bij onze huisarts of specialist.


Alles tegelijk



In het leven lijkt het alsof er helemaal niets gebeurt, totdat opeens dingen in beweging komen en alles tegelijk lijkt te gebeuren. En op dat moment kan dat behoorlijk overweldigend zijn…

Of het nu gaat over relatief kleine dingen ~ misschien wensen die we hebben en waarvan we tot nog toe niet zagen hoe we die ooit in ons leven konden brengen ~ of over ‘grote’ zaken zoals verhuizen, veranderen van baan, of onze relatie een andere vorm geven; op het moment dat het ‘stilstaan’ ophoudt komt werkelijk alles in beweging. Tegelijkertijd.

Er zijn twee perspectieven die laten zien waarom dit zo plaatsvindt. Aan de ene kant heeft alles zijn eigen tijd. Met andere woorden, als het (eindelijk) de juiste tijd is dat iets in ons leven kan komen, dan is het alsof alle voorbereidingen die we mogelijk over jaren hebben gedaan plotseling een effect hebben.
Aan de andere kant kan niets in beweging komen zonder dat wij stoppen het vast te houden in de positie ‘zoals het hoort’.

Dat betekent dat de houding die we hebben ten opzichte van veranderingen of over hoe we dingen (moeten) aanpakken van invloed is op de manier en de tijd waarop we die zaken in ons leven kunnen brengen. Met andere woorden, staan we er werkelijk open voor? En hebben we op dat moment de ruimte in ons leven om de gewenste veranderingen aan te brengen? Of houden we nog zo stevig vast aan ons verleden ~ aan dat wat we in ons verleden, als kind, hebben geleerd ~ dat we daardoor de veranderingen niet toestaan in ons leven. Ongeacht hoezeer we die veranderingen in ons leven wensen.

Dit geeft ook aan dat timing mogelijk meer te maken heeft met de stappen die ieder van ons op ons individuele persoonlijke pad zetten, dan met de werkelijke tijd in de zin van jaren en maanden… Zo gauw wij in ons denken en voelen op een punt zijn waarop we los (durven te) laten en ruimte geven aan het leven in al zijn volheid, lijkt het universum te zeggen: “Dit is de tijd!”
En plotseling gebeurt er van alles tegelijk.

Op zich is het dus een normaal verschijnsel.
We werken naar een ideaalbeeld toe en op het moment dat wij wezenlijk de ruimte hebben en geven aan de gewenste veranderingen, begint ons leven zich in de richting van dat ideaalbeeld te vormen. Soms precies op de manier die we voor ogen hadden, maar veel vaker op een manier die voor ons op de lange termijn het beste gaat werken. Volgens het universum dan…


Als je doet wat je altijd gedaan hebt…



In Amerika is er een gezegde dat luidt: “Als je doet wat je altijd gedaan hebt, dan krijg je wat je altijd gekregen hebt”. Met andere woorden, als je zelf niet verandert, dan is de kans klein dat je leven verandert. En die veranderingen kunnen gaan over gedrag, maar misschien belangrijker ook over ons denken. Over een houding die we aannemen of een overtuiging die we hebben. Zolang we stevig vast blijven houden aan de patronen uit ons verleden, blijkt het vaak heel lastig te zijn om ons leven te veranderen in het heden.

Volgens het Amerikaanse gezegde is de eerste stap om ons leven te veranderen het veranderen van onszelf. Om de patronen in ons leven to observeren en te zien of ze nog steeds passen in ons leven. Om te kijken of dat wat we doen en denken ons precies die dingen in ons leven geeft die we in ons leven wensen…
En wanneer dit niet zo is, wat kunnen we dan aan onszelf veranderen om de gewenste veranderingen in ons leven te bewerkstelligen?

Het gaat er dus niet zozeer om het oude los te laten, of de patronen waarmee we zijn opgegroeid overboord te gooien, maar eerder om naar ons leven te kijken wat wel voor ons werkt en wat niet (meer) voor ons werkt. Om dan te zien waar we misschien flexibeler kunnen zijn, meer open en minder gebonden aan de regels uit onze jeugd; en waar het mogelijk juist belangrijker is om ons wat strikter op te stellen. Waar we nu op een punt gekomen zijn waar we onze eigen regels gaan volgen en op die manier ons eigen leven vorm geven.

Iets anders wat dit Amerikaans gezegde ons vertelt is dat de reden waarom ons leven niet (op een positieve manier) verandert niet zozeer buiten onszelf ligt, maar juist in onszelf ~ in onze denk- en gedragspatronen. Het heeft dus geen zin om te gaan zitten wachten totdat iemand anders iets op een positieve manier aan ons leven gaat veranderen, terwijl we zelf vast blijven zitten in onze manier van denken en de wijze waarop we ons gedragen…

Dit is eigenlijk heel goed nieuws!
Het laat ons zien dat we zelf verantwoordelijk zijn en daardoor dus zelf mogen en kunnen bepalen hoe ons leven eruit ziet.

“Maar er zijn altijd omstandigheden waar ik geen invloed op heb en die ik dus niet kan veranderen…”

Dat kan zo zijn, aan de andere kant is het aan ons om te bepalen hoe we met die omstandigheden omgaan. En stel nou dat wanneer we veranderen hoe we ermee omgaan, dat er dan toch iets zou veranderen…

Het is zeker het proberen waard!


Ochtendmens



De wereld lijkt verdeeld te zijn in ochtendmensen en avondmensen. (En voordat je het vraagt, ik ben geen ochtendmens…) Mensen die opstaan bij het ochtendgloren en bij wijze van spreken “met de kippen op stok gaan” en mensen die juist ’s middags echt op gang komen en dan nog heel productief kunnen zijn tot laat in de avond. Mensen die houden van de zonsopgang en diegenen die ademloos kunnen kijken naar de zonsondergang…

Inmiddels heeft onderzoek uitgewezen dat dit ritme al bepaald is tijdens de zwangerschap van onze moeders. Diegenen doe opgroeien tot ochtendmensen waren gedurende de zwangerschap van onze moeders al het meest actief in de ochtend en als avondmens waren we ook toen al ’s avonds het meest actief.
Het heeft dus niets te maken met ‘luiheid’ of een onwil (of onvermogen) om ‘op tijd’ te gaan slapen.
Want wat is ‘op tijd’?

Dat is dus van persoon tot persoon verschillend.

De realiteit is dat het verdelen van de mensheid in ‘ochtendmensen’ en ‘avondmensen’ een grove generalisatie is. Wanneer we echt opletten wanneer dat moment van de dag is waarop wij het meest actief, productief en alert zijn, dan kan dat moment letterlijk op ieder uur van de dag vallen.
Dat betekent dat wanneer je geen ochtendmens bent, je niet noodzakelijkerwijs een avondmens bent. Jouw meest ‘wakkere’ periode zou zomaar om half twaalf ’s ochtends kunnen liggen. Of om twee uur ’s middags…
Of misschien zijn er verschillende tijden op de dag waarop je het beste bent in een specifieke taak of taken. Doe je ’s ochtends de afwas van de vorige avond en bereid je ’s avonds een presentatie voor, voor op je werk.

Om het nog ingewikkelder te maken kan onze meest ‘wakkere’ tijd ook nog veranderen met de cyclus van de maan. Dus misschien ben je met de volle maan toch meer een avondmens, terwijl je normaal gesproken meer een ochtendmens bent.

Met één ding hebben we allemaal te maken ~ of we nu ochtendmensen zijn of avondmensen; of daar ergens tussenin vallen ~ in onze maatschappij wordt ‘op tijd’ niet door onszelf of door ons oerritme gedicteerd, het wordt gedefinieerd door de baan die we hebben en de afspraken die we maken.
En dan is maar al te vaak ‘op tijd zijn’ een vereiste.
Daar is natuurlijk helemaal niets mis mee, met een beetje orde en regelmaat ~ misschien een tikje discipline ~ kunnen we dat over het algemeen best opbrengen.

Maar dat neemt niet weg dat het soms een goed idee is om een poosje terug te vallen op dat geheel eigen ritme; dat oerritme dat we al hadden zo gauw we gingen bewegen in de buik van onze moeders. Dat we onszelf toestaan om even terug te komen bij ‘onze tijd’.
Dat we terug gaan naar wat voor ons ‘op tijd’ is…


Ja maar…



Wanneer we luisteren naar een gesprek en we horen de ene persoon in een reactie aan de ander iets zeggen als “Dat is wel zo, maar …”, dan wordt er in wezen gezegd “Daar ben ik het niet mee eens”.
“Ja, maar …” betekent geen “ja”, maar in bijna alle gevallen betekent het een volmondig “nee”. Zonder dat we dat willen zeggen op dat moment.
De reden waarom we dat niet willen zeggen op dat moment is meestal dat we met die ander in gesprek willen blijven om zo ~ misschien aan het einde van het gesprek ~ die ander te hebben overtuigd van ons gelijk; of in sommige gevallen, om gewoon onze zin te krijgen.

“Ja, maar ik heb gelijk.” En jij hebt dus geen gelijk. Want dat is dan de implicatie.

Zo op gezette tijden maken we ons allemaal wel eens schuldig aan dit ‘ja, maar …’ principe. Het zit heel erg in de Nederlandse taal verweven en is mogelijk terug te voeren naar eeuwen van handel drijven waarin we de ander niet tegen het hoofd willen stoten, maar wel onze zin willen krijgen ~ of, in het geval van handel, de producten voor de beste prijs willen kopen of verkopen.
Dat maakt dat het een goed idee is om in een gesprek niet alleen te luisteren naar wat die ander te zeggen heeft, maar om ons ook bewust te zijn van wat wij zelf te vertellen hebben en vooral hoe we dat doen. Voeren we een gesprek waarin we daadwerkelijk bereid zijn om als het ware ‘mee te kijken’ vanuit het perspectief van die ander ~ en op die manier onze eigen mening even los te laten ~ of zijn onze woorden gevuld met ‘ja, maar …’
En durven we uit te komen voor wat we werkelijk vinden? In andere woorden, durven we te zeggen, nee, daar ben ik het niet mee eens, omdat …? Of blijven we hangen in die onderhuidse uitdrukkingen waarmee we die ander in het ongelijk plaatsen, zonder ooit onze eerlijke mening te geven?

Hoe meer we ons bewust worden van de woordkeus in een gesprek, des te beter begrijpen we wat er werkelijk gezegd ~ en gezwegen ~ wordt. Zowel waar het ons deel van het gesprek betreft, als waar het die ander betreft.
En waar we die ander niet kunnen veranderen, kunnen we er zelf wel voor kiezen om duidelijker te zijn in waar we wel en niet voor staan. Wat we wel en niet willen of kunnen accepteren. En uiteindelijk in hoeverre we in de toekomst opnieuw gesprekken met die ander willen aangaan (…).

Ja, maar….
Nee dus.


Levensgenieter



De laatste weken is de advertentie van een loterij geweest: “Wordt jij ook een full-time levensgenieter?” En dat ze the aan het denken. Zou ik werkelijk meer van het leven genieten wanneer ik niet meer hoef te werken. Wanneer ik, zoals de advertentie bleef benadrukken, een 30 jaar lange vakantie zou hebben met niets anders te doen dan zwemmen in zee en ‘socializing met je vrienden’? (Het cynische kantje in mij vraagt zich dan toch ook af of die vrienden er werkelijk zijn om de persoon die je bent, of omdat je 30 jaar lang een groot bedrag per maand te besteden hebt. Als je hebt gewonnen…)

Of geniet ik sowieso van het leven?

De vraag die naar boven komt is of we mer gaan genieten ~ gelukkiger worden ~ wanneer we niet hoeven te werken. Wanneer we ons leven zouden kunnen inrichten als één groot feest; dag na dag, week na week, jaar na jaar. Wanneer we precies kunnen doe waar we zin in hebben zonder dat we verplichtingen hebben. Want dat is wat de advertenties ons voorschotelen…
Dan wordt je pas een “echte levensgenieter”.

Nu is het natuurlijk zo dat we allemaal ons eigen, individuele levenspad bewandelen; en dat maakt dat de dingen waar ieder van ons van geniet naar alle waarschijnlijkheid ook heel persoonlijk zijn. De ene persoon houdt van zonvakanties, de andere gaat liever wintersporten. De ene persoon houdt van activiteiten, terwijl de andere zich het prettigst voelt wanneer die ‘lekker kan luieren’ en alles wat er naar boven komt op zijn of haar eigen tempo ~ zijn of haar eigen manier ~ kan bekijken.

Maar ik ken bijna niemand die het ideaalbeeld heeft om dertig jaar lang helemaal niets te doen. De meesten van ons voelen zich beter wanneer het leven ook een stukje ‘zingeving’ heeft. Dat kan natuurlijk ook liggen in bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, maar toch…
Het maakt dat ik me afvraag of het ideaalbeeld dat we nergens meer iets voor hoeven te doen een realistisch ideaalbeeld is. Zouden we in dat geval werkelijk meer van het leven genieten?

Als dat zo is, dan kunnen we ons afvragen waarom de meesten van ons (financieel getinte) verplichtingen hebben. Een baan, werk, sollicitatieplicht. En wanneer werken niet kan, dan zijn we hard bezig met overleven; of op z’n minst met het proberen onze gezondheid te verbeteren. Want als we ons beter voelen, dan ziet opeens het hele leven er beter uit!

Dat betekent dat het waarschijnlijk beter is om iedere dag iets te zien, te voelen of te beleven waar we van kunnen genieten. Vaak zijn hele kleine dingen die ons verwonderen, die een glimlach op ons gezicht brengen, al genoeg om precies op dat moment even intens van het leven te genieten. En als we de tijd nemen om juist bij die momenten even stil te staan, dan zijn we allemaal levensgenieters!

Zonder dat we daarvoor eerst de loterij hoeven te winnen…


Wonderen



Geloof jij in wonderen? In die (mooie) dingen die gebeuren waarvan je niet begrijpt hoe, wat waar of waarom, maar wel heel blij wordt van het feit dat het gebeurt? In die zaken waarvan je soms pas achteraf verwonderd raakt hoe dat nu precies op dat moment in ons leven kon komen, zonder dat we daar zelf iets aan hadden gedaan. Dat ongeplande dat plotseling veel beter uitvalt dan je het ooit zelf had kunnen dromen?


Het leven zit er vol mee!

We zien misschien niet altijd hoe iets op ons pad komt om ons te helpen; vaak al helemaal niet wanneer het iets is waar we niet direct op zaten te wachten. Maar wanneer we open staan voor het Leven en onszelf toestemming geven om al het goede dat het Leven ons te bieden heeft te omarmen, dan kan het zomaar zijn dat we merken dat we eigenlijk best vaak reden hebben om ergens verwonderd naar te kijken. Dat we die kleine en grote wondertjes steeds vaker tegenkomen…


De vraag die vanaf de andere kant komt is of we iets eerst moeten begrijpen voordat het iets voor ons kan betekenen in ons leven. Is het nodig dat we precies weten hoe iets in elkaar steekt, waarom het werkt ~ of juist niet ~ voordat we ervan kunnen genieten in ons leven? Moeten we alles wat er op ons pad komt tot in het kleinste detail kunnen verklaren om het vertrouwen te hebben dat iets goed is? Zijn wonderen zo ongrijpbaar, dat we ze eigenlijk zo goed mogelijk uit ons leven zouden moeten verbannen?


Misschien kunnen we beter ons gevoel vertrouwen; als het goed voelt, dan is het okay. Of als we zien dat het ons verder helpt ~ ook al begrijpen we misschien nog niet hoe het om te beginnen op ons pad kwam ~ dan is het een goed idee om er iets mee te gaan ~ of blijven ~ doen.


Sommigen zullen zonder aarzelen wonderen omarmen. Anderen zullen net zo stellig eerst alles willen bewijzen en daarom misschien zeggen dat wonderen niet bestaan. (Iets bestaat pas echt als het bewezen en begrepen is.)


Het is een hele specifieke polariteit die steeds duidelijker wordt in de wereld van vandaag… 

En het lijkt vooral te spelen in die aspecten van het Leven die direct met ons welzijn ~ onze fysieke, mentale en spirituele gezondheid en persoonlijke groei ~ te maken hebben.


Dat betekent dat de polariteiten aan ieder van ons als individu worden aangeboden zodat we de mogelijkheden kunnen afwegen. Dat we kunnen voelen hoe iedere kant voor ons als persoon voelt. Dat we zelf mogen bepalen of we eerst bewijzen willen zien, of ons gevoel durven te vertrouwen…

En er zijn niet noodzakelijkerwijs goede en slechte oplossingen of gebeurtenissen; alleen oplossingen en gebeurtenissen die beter of slechter bij ons ~ als individu ~ passen.


En dan blijkt opeens dat wonderen ~ welke oplossing we ook kiezen ~ op ons pad komen.

Dat is iets om blij van te worden en bovenal zoveel mogelijk van te genieten!









Zoek de verschillen



Als kind vond ik de “zoekplaatjes” altijd leuk. Twee, zo op het oog gelijke plaatjes naast elkaar, die dan toch op 10 punten kleine verschillen vertoonden. Een wolkje met net een andere vorm, of een extra bloemetje. En dan zoeken totdat je ze alle tien had gevonden…

Tegenwoordig zitten die kleine verschillen in het leven. In welke woorden we gebruiken, in hoe we onszelf uitdrukken. In hoe we (kunnen) omgaan met wat we tegenkomen op ons pad. Het leven is eigenlijk nooit “zwart/wit” en heeft nauwelijks scherpe lijnen die het onderscheid aangeven tussen het ene en het andere, maar is eerder een groot gebied gevuld met grijstinten; de ene wat donkerder, de andere wat lichter…
Het is aan ons om bij iedere stap die we zetten te kijken welke richting we kiezen; en zolang we kiezen met ons hart is de kans groot dat we iedere keer weer de juiste volgende stap zetten.

Dat onderscheid maken en kiezen is echt iets van deze tijd.
Wat hoort bij mij en wat niet? Wat is goed in mijn leven en wat mag beter? Wat neem ik met veel plezier mee in mijn volgende stap en wat heeft zijn doel gediend en laat ik wegzinken in de (verleden) tijd?

En dan blijkt dat het niet altijd even eenvoudig ligt, dat onderscheid maken en kiezen… Hoewel het op het eerste gezicht duidelijke, logische keuzes lijken, blijkt toch vaak dat dit niet zo is, Dat het afhankelijk is van de situatie, van de betrokkenen, van waar we zelf op dat moment mee bezig zijn, en ga zo maar door.

Gaat het over kalm zijn, of om het voelen van vrede in ons hart?
Als alles wat we in het verleden hebben meegemaakt een pad is van stapstenen, blijven we dan iedere situatie ~ iedere stapsteen ~ met ons meedragen; of nemen we alleen mee wat we ervan geleerd hebben en laten we de eerdere stapstenen ~ al die situaties waar we van geleerd hebben ~ vervagen in de mist van de tijd?
Tolereren we dat wat er in ons leven gebeurt, of accepteren we het? Blijven we erover klagen, of veranderen we de dingen waar we niet zo blij van worden?
Wat heeft waarde in ons leven, of voegt waarde toe aan ons leven; en wat is het niet waard nog langer met ons mee te dragen?

In zekere zin is het leven daarmee een ‘zoekplaatje’. Zoek de verschillen, weeg wat zwaarder weegt op dat moment, om dan de richting te kiezen waarin we onze volgende stap zetten…


Toestemming



Er is een Amerikaans citaat dat zegt dat het gemakkelijker is om vergeving te vragen dan om toestemming te krijgen (Rear Admiral Grace Murray Hopper). Met andere woorden, beter om dat wat je wilt ondernemen gewoon te gaan doen, dan het is om eerst te proberen toestemming te krijgen voor je plan.

Wanneer we ons leven op die manier zouden gaan leven, dan blijkt dat het citaat wel degelijk leeftijdsgebonden is. Maar zo gauw we volwassen zijn ~ in leeftijd in ieder geval ~ is er zeker wat voor te zeggen om ons eigen plan te trekken, ons eigen leven te leven, die dingen te doen waar we ons goed bij voelen of die we belangrijk vinden, zonder eerst te gaan wachten totdat we daar toestemming voor hebben gekregen.

Als kind kwamen we er niet onderuit; onze plannen moesten eerst worden goedgekeurd door onze ouders, onderwijzers etc. Maar als volwassene… Aan wie zouden we toestemming moeten vragen?

Juist daarom is het vreemd dat we zo vaak iets niet doen omdat…
We niet weten of het kan. We niet weten of het goed uitpakt en wat nou als het misgaat. We in het verleden de kous op de kop hebben gekregen wanneer we iets wat heel belangrijk voor ons was wilden ondernemen. We zijn uitgelachen of uitgescholden.
Om maar een paar dingen te noemen.

En zonder dat we het ons bewust zijn, gaan we wanneer we iets willen gaan doen ~ iets nieuws of iets spannends ~ wachten op toestemming. Op instemming. Op aanmoediging vanuit onze directe omgeving.

Daarbij zouden we ons twee dingen mogen realiseren:
Het is een goed idee om eerst over ons plan te vertellen voordat we aanmoediging of instemming kunnen verwachten.
Uiteindelijk is het onze eigen keuze of we het plan gaan uitvoeren; of anderen het nu een goed idee vinden of niet.

Het plaatst ons in een interessante situatie waarin we aan de ene kant heel goed weten dat we zelf onze eigen keuze maken en ons eigen leven leiden, terwijl we aan de andere kant ~ vaak heel onbewust ~ het idee hebben dat we nog steeds eerst die toestemming moeten hebben van anderen voordat we werkelijk ons eigen leven mogen leiden.

Misschien wordt het tijd om ons denken een beetje aan te passen en die toestemming te vragen aan ons (Hoger) zelf. Om onszelf te motiveren en aan te moedigen eens iets nieuws, spannends te gaan doen. Om ons te laten leiden door ons Hoger Zelf en erop te vertrouwen dat we, zolang we werkelijk ons eigen pad bewandelen, op de juiste weg zijn…


Afval



In onze straat zien wij de groenstrook langs de Minstroom als “onze tuin”. We hebben deze groenstrook al zo’n 25 jaar in ‘eigen beheer’ en komen iedere maand een vaste ochtend bij elkaar om te snoeien, te wieden en op te ruimen.
Dat opruimen gaat dan niet zozeer over losse takken en uitgebloeide bloemetjes, als dat het gaat over hondepoep en afval; papier, blikjes, (kapot) glas en dergelijke. Van die zaken waarbij ik me oprecht afvraag wat mensen ertoe beweegt om dat bij een ander in de tuin te gooien. Of in dit geval bij ons in de groenstrook. En wat betreft de hondepoep op de stoep… laten we eerlijk zijn dat is toch niet iets wat je als hondenbezitter hoort te laten liggen…

Vanmorgen toe ik de deur opendeed om de septemberzon het huis in te laten stromen, zag ik in “onze groenstrook - tuin”, pal voor mijn huis een grote berg afval liggen. Papieren en plastic zakken, blikjes, een leeg melkpak en nog wat minder definieerbare zaken. Een halve vuilniszak vol.
Uhm… Pardon??

Nu staat er aan het einde van de straat een vuilnisbak van de gemeente. Even doorrijden of verder lopen en je kunt je afval netjes kwijt op de daarvoor bestemde plek. Maar nee dus…

Nu is dit iets wat veel vaker voor lijkt te komen dan je zou denken. Niet alleen met afval zoals dat gisteren over het hek onze groenstrook in gekieperd was, maar zeker ook met ons emotionele afval. Het is iets wat we geen van allen werkelijk willen doen en het is daardoor ook iets wat ons veel gemakkelijker opvalt aan anderen dan aan onszelf. Maar wanneer we (bijvoorbeeld in de bus, in winkels of een dergelijke plek) ons oor te luisteren leggen, dan blijken veel gesprekken een hoog gehalte aan “afval-spuwen” te hebben.

“En toen zeiden zij dat, kun je je voorstellen? Ze moeten eerst eens naar zichzelf kijken!”
Met daarna een vaak aanhoudende stroom van andere ‘onrechten’ die de persoon recentelijk is aangedaan. Door anderen natuurlijk. Daar hebben zij op geen enkele wijze de hand in; en daardoor ook geen verantwoordelijkheid voor. Toch??

Maar net zoals die berg afval in de groenstrook vanmorgen, gaan ook dit soort gesprekken over het dumpen van afval. Het niet nemen van verantwoordelijkheid voor het leven dat wij voor onszelf creëren.

Natuurlijk gebeuren er soms dingen in ons leven die niet kloppen. Die we niemand toewensen zelfs. Maar om al die narigheid over anderen te blijven uitstorten, dat klopt ook niet…
Het toont in zekere zin een gebrek aan respect voor “de schone stoep” van die ander.

Die dingen die op ons pad komen zijn vaker wel dan niet situaties waar we van kunnen leren. De oplossing ligt daardoor vaak in onszelf. In onze houding over iets. In het besef dat we misschien wel niet assertief genoeg zijn; of juist een tikje te fel in onze reacties.
Met andere woorden, dingen die we in onszelf mogen en kunnen veranderen om zo onze eigen (innerlijke) ruimte schoon te houden.

En ja, na het opruimen van het afval van die ander vanmorgen, zal ik zeker ook aandacht besteden aan het schoonmaken en opruimen van mijn eigen (innerlijke) ruimte…