donderdag 9 april 2020

Op gepaste afstand


Het lijkt wel of hoe langer de periode van “social distancing” duurt, des te meer ontmoetingen er plaatsvinden. Allemaal op gepaste afstand natuurlijk. Maar op die manier kun je dan opeens met mensen in gesprek komen waarvan je wel wist dat ze in de buurt wonen, maar met wie je nog nooit een praatje hebt gemaakt.

Best gek, toch? In een tijd van relatieve isolatie…

Het lijkt wel of we nu er regels zijn over wat een ‘gepaste afstand’ op dit moment is, ons hele begrip van ‘gepaste afstand’ aan het verschuiven is. Wanneer we iemand tegenkomen dan is het duidelijk; de ‘gepaste afstand’ is 1,50 meter. In de supermarkt blijkt dan dat dit de afstand is van een persoon met een winkelwagentje…
Zien we nu iemand aankomen, dan verplaatsen we ons bijna automatisch naar de andere kant van de straat — om dan vervolgens stil te blijven staan en een praatje te maken wanneer we elkaar passeren.
Op bezoek gaan doen we op dit moment alleen per telefoon, computer of tablet. Zeker wanneer het gaat om een ouder persoon.

Wordt er iets bezorgd, dan wordt het voor de deur neergezet en doet de bezorger twee stappen achteruit om te wachten tot je de deur opendoet en het pakketje oppakt…

Met andere woorden, we houden contact, maar in bijna alle gevallen is de letterlijke afstand tussen ons en die ander een stuk groter dan deze voorheen zou zijn geweest.
In sommige gevallen is dat een opluchting — bijvoorbeeld in de supermarkt — in andere gevallen iets waar we misschien niet noodzakelijkerwijs opzaten te wachten.

Er is echter — tenminste — één persoon tot wie de afstand in deze situatie opeens een stuk kleiner lijkt te zijn geworden: onszelf.

Nu we eigenlijk nergens meer naar toe kunnen om op die manier voor onszelf weg te kunnen lopen — om iets anders te gaan doen om op die manier maar niet te hoeven kijken naar dat vervelende klusje wat nog moet gebeuren, of die lastige beslissing die we toch echt een keer moeten nemen — worden we opeens geconfronteerd met onszelf. Met wie we zijn. Met wat werkelijk belangrijk voor ons is.

Dan blijkt dat hoe dichter we bij onszelf komen, des te duidelijker het is waar we staan in het leven. En vooral waar we naartoe willen in het leven.
We weten misschien nog niet precies hoe we daar willen komen, maar de richting is opeens zonneklaar!

Voor sommigen betekent het dat het houden van ‘gepaste afstand’ — met het thuiswerken en veel minder vaak ergens heen gaan — een opluchting! Het geeft een rust die we kennelijk even nodig hadden.
Voor anderen brengt het een gevoel van eenzaamheid en isolatie. Een hunkering naar een aanraking, naar elkaar even stevig vast kunnen houden.

In allebei de gevallen is het goed om te beseffen dat niet de situatie werkelijk belangrijk is, maar hoe we daarmee omgaan. Hoe we — voor nu en misschien ook wel voor in de toekomst — creatieve oplossingen bedenken waarbij we ons goed voelen. Hoe we onze persoonlijke wereld zo vormgeven dat we, wanneer de urgentie afneemt, op deze periode terugkijken en kunnen zien wat de goede dingen zijn die het ons heeft gebracht…